De verschillen tussen de niveaus
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar deze duurde wel lang.
We hebben het over de totstandkoming van de nieuwe rekeneisen in het MBO die vanaf 1 augustus 2022 gaan gelden. Er is nu gelukkig duidelijkheid: het rekenonderwijs in het MBO krijgt een positieve impuls.
MBO-niveaus 2, 3 en 4 en Entree
Eén van de wijzigingen gaat over de verschillen in niveaus. Niet meer twee niveaus met aparte rekeneisen voor studenten, maar drie: namelijk de MBO-niveaus 2, 3 en 4. En voor Entree gelden de eisen voor niveau 2 als streefniveau. Maar wat zijn die verschillen en hoe worden die verwerkt in het nieuwe aanbod waaraan ook Studyflow met haar methode Logisch Rekenen – MBO een structurele bijdrage levert?
Verschil in complexiteit
De verschillen tussen de niveaus zitten logischerwijs in de inhoud en dan vooral in hoe meer of minder complex een opgave is waarmee studenten aan de slag moeten. Bijvoorbeeld het aantal gegevens, de manier van weergeven of de mate van bekendheid. Of de veelheid van getallen waar ze mee moeten werken.
De verschillen uiten zich in de rekenhandelingen en denkactiviteiten, op basis van een gegeven context, waarin studenten een herkenbaar probleem moeten oplossen.
Vijf functionele domeinen en vijf thema’s
De drie niveaus moeten uitdagend en haalbaar zijn. Hiervoor zijn de rekeneisen ondergebracht in 5 functionele domeinen met bijbehorende descriptoren. Om dit te laten aansluiten bij de belevingswereld van studenten zijn vijf thema’s gedefinieerd: werk, wonen, vrije tijd, vervoer en burgerschap. Met deze thema’s kunnen opgaven in aansprekende context worden ontwikkeld.
Concrete rekenvoorbeelden
Er is dus een formulering van eisen. Maar dan weet je nog weinig concreets over het gewenste niveau. Dat gaat pas leven met goede voorbeelden die laten zien hoe het gewenste gedrag van studenten op de drie verschillende niveaus kan zijn.
Onderstaand voorbeeld, binnen het thema ‘Vrije tijd’ en het domein ‘Grootheden en eenheden’, laat dit helder zien: